Met de start van het nieuwe schooljaar, word ik automatisch terug gekatapulteerd naar mijn eigen huiswerkperiode in het middelbaar.
Geregeld zat ik bij mijn moeder in de keuken mijn huiswerk te maken, nog met balpen en papier, weet je wel, met een lichte nervositeit en jaloezie over die taalvaardigheid van haar. Of het nu Nederlands, Frans of Duits betrof, ze stond erop om de juiste woorden te gebruiken.
Hoewel ze beroepsmatig niets van doen had met taal, speelde ze graag met woorden en vond ze het fijn om te proeven van zinnen. Ik hou ervan te denken dat ze mij de taalgevoeligheid of het taalgenot heeft doorgegeven.
We bevinden ons in een periode waar taal best wel gewicht krijgt en zelfs het onderwerp van conversatie is. Nederlands leren wordt zo in één adem genoemd met integratie en migratie. Alsof enkel Nederlands een vehikel of brug vormt om te verbinden. Terwijl elke taal, en niet in het minst non-verbale taal, er minstens even hard toe doet. (Een grimmig uitgesproken goeiedag blijft zelfs op de meest goeie dag vrij grimmig, is het niet?)
Sommige termen zijn ‘verbrand’ of opgebruikt; woorden waarop een collectieve allergie rust. Denk maar aan ‘duurzaamheid’, waarvoor het prachtige Afrikaanse woord ‘volhoudbaarheid’ een positief alternatief biedt als we het willen en moeten hebben over het klimaat. Andere woorden zijn ouderwets.
Het woord ‘mikpunt’ laat iemand zoveel meer in waarde dan het slachtoffer zijn, heb ik geleerd bij een omstaanderstraining. Bij nog andere woorden geven gemeenschappen aan dat er een nefaste lading op sommige woorden zit. Het creëert allemaal impulsen naar herziening en her-ijking (en dus verrijking) van ‘onze’ taal. En zo hoort het ook, want taal is een levend iets en beweegt mee met onze samenleving.
We scheppen werelden met taal. Taal kan verbinden, koesteren, de ander tot jou aantrekken, maar taal kan ook vernietigen en denigreren, de ander verkleinen en afstoten. Je kan informeren via taal, evengoed kan je misleiden met bepaalde taal zoals gebeurt bij complottheorieën. Simpelweg door woordgebruik, aaneengeregen letters in een diversiteit aan klankkleuren van verdriet, angst, hoop, liefde of haat, oogsten we als samenleving wat we zaaien als individuen.
In die zin ben ik benieuwd naar wat het effect van de verkiezingen zal zijn: welke taal zal geboren worden,
welke woorden zullen vallen en zal het de klankleur van verbinding of van afstoting zijn?
Eva Buyst
Coördinator Avansa Vlaamse Ardennen-Dender
We oogsten als samenleving wat we zaaien als individuen.